Leiderschap in crisistijd

Er zijn voldoende uitdagende vraagstukken aanwezig die zorgen voor maatschappelijke onzekerheid en onrust. Hoge energieprijzen. Gebrekkige beschikbaarheid aan grondstoffen. Het stikstofbeleid. De tekorten op de arbeidsmarkt. De ontwrichtende dreiging van Rusland. Het sluimerende corona-virus.
Het gevolg hiervan? Onrust en angst. Leidend tot boosheid, woede en een schreeuw om actie, zoals stikstofminister van der Wal tot afschuw ondervond, toen een groep boze boeren voor haar woning stond.
Ons land heeft juist nu behoefte aan een leider die vertrouwen uitstraalt. Die oog heeft voor de onrust en een visie laat zien waardoor ons aller angsten en zorgen handelbaar zijn. En dat hebben we sinds corona eigenlijk niet meer gezien.
 
Het zijn deze momenten waarbij het kan helpen om eens terug te kijken. Naar leiders die zich in situaties bevonden waarbij het woord CRISIS in kapitalen geschreven werd. Misschien dat de ‘lessen’ van die leiders van toen ook nu voor voldoende inspiratie kunnen bieden om de leiders van vandaag te helpen.
 
Eén van de meest iconische crisisleiders is Winston Churchill. Een bijzonder leider, maar vooral ook een bijzonder mens. Eigenwijs, bombastisch, scherp van tong, overtuigd, maar bovenal moedig en in staat om dankzij zijn briljante speeches anderen te overtuigen. In het boek Churchill van schrijver Paul Johnson komen 5 lessen terug, die naar de mening van Johnson bepalend zijn voor het leiderschapssucces van Winston Churchill. Misschien dat zo ook vandaag nog gelden?
 
De 5 van Winston:
 
1.   Mik altijd hoog. Leer een goede zin te schrijven. Leer de geschiedenis van uw land goed kennen. Lees veelzijdig belangrijke literaire werken ….
2.   Er bestaat geen alternatief voor hard werken. Wissel keihard werken af met vrije tijd om te herstellen en voldoende rust ….
3.   Laat nooit fouten, rampen ‒ persoonlijk of nationaal ‒ ongelukken, ziekten, impopulariteit en kritiek u er onder krijgen. Ontwikkel de waarden van moed, vastberadenheid en veerkracht ….
4.   Churchill verspilde een buitengewoon klein deel van zijn tijd en emotionele energie aan de hatelijkheden van het leven: anderen beschuldigen of de schuld geven van iets, kwaadwilligheid, uit zijn op wraak, smerige streken, geruchten verspreiden, wrok koesteren, wraakacties uitvoeren. Leer te vergeven, lik je wonden en ga verder. Leer de kunst van verheven grootmoedigheid ….
5.   De afwezigheid van haat liet veel ruimte over voor vreugde in Churchill’s leven. Hij hield van grappen. Hij schilderde en zong graag. Hij ontleende zijn kracht aan mensen en gaf het hen met volle maat.

Min of meer per toeval zag ik bij Op1 een interview met Louis van Gaal voorbijkomen. En het was direct duidelijk dat Louis van Gaal de status van ‘reguliere’ tafelgast overstijgt. Daar waar andere gasten tijdens de verschillende items verwisselen van plek, zat Louis ter linkerzijde van Carrie ten Napel, gedurende het hele programma. Ook was direct duidelijk in de vraagstelling dat Louis koninklijk behandeld werd. De vragen waren zachtaardig en werden voorzichtig gesteld. Het positieve effect was een coach die niet bang was om zijn menselijke kant te laten zien. Wat verder opviel? Dat waren toch wel een aantal lessen van Louis over leiderschap. Laat ik eens beknopt inzoomen op een aantal lessen van Louis.

Vertrouwen in het team.

Louis vertelt getroffen te zijn door de positiviteit van het team. “Dit heb ik nog nooit meegemaakt”. “Hoe iedereen, inclusief de staf van 60 mensen, altijd op tijd op afspraken is”. De kwaliteit? Ongekend. Niet perse als voetballer, maar als prof. Hoe de spelers zich conformeren aan de regels, aan de opgelegde discipline.

Aandacht voor de mens.

Louis vertelt graag dat hij van discipline houdt. Niet omdat daarmee blijkt dat men wil luisteren naar Louis, maar omdat het leidt tot betere resultaten (zo beweert Louis in ieder geval). Toch is het zo, dat binnen die strakke structuur, ruimte is voor de mens achter de voetballer. “Ik benader elke speler anders”. “Ik heb begrip voor de situatie van elke speler en accepteer dat ze anders zijn. Zolang ze zich willen inzetten voor het belang van het team”, aldus Louis.

Communicatie, communicatie.

Er is maar één manier om te bereiken wat je wilt als coach, weet ook Louis. Door te communiceren. Vanuit het respect van de persoon, maar met het belang van het team voorop, zo zegt Louis. “Ik praat veel met spelers, over wat ik van ze verwacht”. “Individueel als het gaat om individueel gedrag, en met de groep als het gaat om het team”.

Visie.

Het is duidelijk waarvoor iedereen zich inzet. Om wereldkampioen te worden. “Of we dat worden?” “Dat weet ik niet”, zegt Van Gaal. “Maar als iedereen zich inzet om het team te laten presteren, dan kunnen we hoog komen”, stelt een overtuigde coach.

Misschien dat je in je eigen dagelijkse leiderschapsuitdagingen nog iets kunt hebben aan de lessen van Louis.

Het zijn zware tijden voor Dick Benschop, de baas van Schiphol. De oud-geschiedenisleraar, staatssecretaris, Shell-baas, en nu dus de hoogste functionaris van ons Schiphol, staat onder vuur. Urenlange wachtrijen voor passagiers leiden tot ruzies in de vertrekhal. Het tekort aan bagage-afhandelaars lijkt nog hopelozer te worden door een dreigende staking, reisorganisaties dreigen met claims als Benschop vertelt vluchten te gaan schrappen en ook ‘hoofdgebruiker’ KLM lijkt het begrip niet meer te kunnen vinden.

En wat doet Dick Benschop? Hij trekt erop uit. Dagje uit met het gezin in Den Haag, even later een lang weekend in Portugal. Een prijs in ontvangst nemen in Washington. En als voor de zoveelste keer de gemoederen oplopen, blijkt Dick zijn visie over duurzaamheid aan te scherpen bij het World Economic Forum in Davos.

Iedereen met een beetje organisatie-ervaring zal weten dat de aanwezigheid van Dick geen verschil maakt in de lengte van de wachtrijen. De enkele koffers die Dick kan aanpakken, brengen geen oplossing. Ook de onderhandelingen met de verantwoordelijken van de ‘externe’ bagage-afhandelaars zal inmiddels opgelopen zijn tot juridische processen. En, Marjan Rintel, de nieuwe baas van KLM, zal niet verder weg zijn dan een sneltoets op de telefoon. Natuurlijk blijft de vraag hoe Dick Benschop dit proces heeft gemanaged? Wat had Dick kunnen weten? Welke oplossingen en acties zijn overwogen? En, hoe had dit allemaal gecommuniceerd kunnen worden? Echter, het stadium van goed managemant is gepasseerd. Het komt nu aan op leiderschap.

Een leider laat zich zien als de situatie dat vereist. Als er rust gebracht dient te worden. Door te herkennen dat er problemen zijn. Wat eraan gedaan wordt. Maar ook om begrip te vragen. Dat doe je niet door weg te kruipen, te kiezen voor je ‘eigen’ rust. Dus, beste Dick, nu gaat het erom. Nu kun je laten zien dat je enig leiderschap hebt ontwikkeld. Want anders zou zomaar kunnen blijken dat nu toch echt een echte leider gewenst is?

Vraagje aan Pieter Elbers; heb je een clausule bij de lieve Indiërs bedongen?

Onlangs had ik het geluk om een zeer inspirerend gesprek te hebben met een bevlogen onderneemster. Actief in het sociaal domein, maar daarom niet minder ondernemend. In het gesprek ging het over procedures, regels en de wijze waarop je voortgang en groei meet. Ze haalde een voorbeeld aan uit de tijd dat ze zelf nog voor de klas stond, HBO social work. Het betrof een voorbeeldige student. IJverig, betrokken en slim in het leggen van theoretische verbanden. Hoge cijfers waren de norm.
 
De praktijkstages verliepen echter wat minder soepel voor de student in kwestie. Alles leek erop dat ze zich niet op haar gemak voelde in het beoogde werkterrein van buurthuizen, jongerencentra en opvangplekken. Ze vond het eigenlijk best spannend om met ‘mensen met een randje’ te moeten werken. Dankzij het prachtige onderwijssysteem behaalde ze haar diploma niettemin met een gemiddelde 9. ‘Briljant’, zo zei mijn gesprekspartner, ‘maar spijtig voor de jongeren die haar als coach krijgen’.
 
Na afloop van het gesprek bedacht ik me hoe vaak ik zelf contact heb met managers die het telkens weer hebben over plannen en processen. Briljante managers overigens. Mooie opleidingen, hoge cijfers. Een goed inzicht over de systemen in het bedrijf. Die door hun ambitie voor professionaliteit en perfectie bijna lijken te vergeten waarvoor ze hun management skills inzetten. Misschien wel, bedacht ik me, omdat ze het eigenlijk ook wel een beetje spannend vinden om met mensen te werken die zo nu en dan tegenspraak leveren, eigenwijs zijn en niet altijd direct doen wat je graag zou willen.
 
Het zijn dit soort inzichten die het verschil nog maar eens duidelijk maken tussen leiderschap en management. De manager, met oog en aandacht op systemen en verbeterprocessen. De leider, met oog en aandacht voor de mens die in de ‘systemen’ en processen hun weg dienen te vinden. Misschien dat we daarom wel zo’n behoefte hebben aan meer leiders.

De wijze waarop Volodymyr Zelenski als een leider zijn volk toespreekt roept veel bewondering op. Bij ‘zijn’ mensen in de eerste plaats, maar vooral ook bij ‘ons’ in het vrije westen. Het zegt overigens wel iets over de mensen die Zelenski enkele jaren geleden hebben gekozen. Want hoe was het ook alweer? Een volk krijgt de leider die het verdient. 

Onverzettelijk

Als een toonbeeld van onverzettelijkheid en vertrouwen bezweert Zelenski dat het volk zal standhouden tegen de tirannie van de Russen. En hoewel vele Oekraïners uit angst voor dodelijke bommen wegvluchten, houdt het Oekraïense leger stand tegen de Russische overmacht. Voor een belangrijk deel te danken aan een onverzettelijk leider die hoop, vertrouwen en kracht oproept bij het volk.

Geloven

Het feit dat de woorden van Zelenski ook hier doordringen, zegt wellicht ook iets over onze ‘state of mind’. Want hebben we stiekem niet ook behoefte aan een leider die ons in alle onzekerheid vertrouwen en hoop geeft. Juist nu. Volgens het laatste CBS-onderzoek daalde het consumentenvertrouwen afgelopen maand tot een dieptepunt (zelfs tot onder het niveau van na de eerste corona-uitbraak). Filosoof en voormalig denker des Vaderland, René ten Bos zei eens in één van zijn columns; als de goden wegvallen dan word je bang. En dat geldt vooral als het spannend wordt. Of, zoals mijn moeder zei; tijdens oorlogen en rampspoed stromen de kerken vol. Het Sociaal Cultureel Planbureau meldde vandaag dat we in ons land voor het eerst meer ‘niet-gelovigen’ dan ‘gelovigen’ hebben. Hoe moet dat dan als we met z’n allen een beetje bang worden en geen kerk meer hebben als plek om te schuilen. Voor de dreiging van oorlog? Voor de hoge prijzen van brandstof en energie? Voor de na-ijlende angst voor virussen? Dan hebben we dus leiders nodig, die zich gedragen als baken van vertrouwen. En niet de leider die er staat om zichzelf te verrijken of op zoek is naar applaus ter bevestiging van zijn zogenaamde grootsheid. Misschien hebben wij ook wel een beetje behoefte aan een leider met de kracht en onverzettelijkheid van Zelenski?

Ted Lasso is een succesvolle trainer van een amateur footballteam in de Verenigde Staten. Het ongelooflijke gebeurt; hij wordt gevraagd om trainer te worden van een premier league voetbalteam in Engeland. Opvallend, omdat Ted niet eens weet dat een voetbalwedstrijd bestaat uit twee helften.

Oké, ik beschrijf hier het plot van één van de meest bejubelde series op het Apple TV-kanaal.  

De reden waarom Ted Lasso een perfect rolmodel is voor leiders, is zijn onophoudelijke optimisme en vriendelijkheid. Hoe anders dan de leiders die op dit moment de nieuwszenders domineren met egoïstisch gedrag ten koste van velen.

Onlangs werd Ted Lasso besproken in een toonaangevend psychologie magazine in de Verenigde Staten. Om als voorbeeld te dienen voor leiders. Ik ben zo vrij geweest om een aantal bevindingen in dit korte verhaal op te sommen.

Humor en vriendelijkheid.

Sceptici zouden het naïviteit noemen. Toch blijkt dat de open en vriendelijke houding van Ted Lasso de meest vijandige criticaster doet smelten. Dankzij de combinatie van zelfrelativering en humor glijdt kritiek moeiteloos van hem af.

Advies en feedback.

Ted Lasso vraagt er lustig op los. Niet alleen bij mensen die ‘er verstand van hebben’, maar bij iedereen die een rol speelt in de club. Zijn oprechte nieuwsgierigheid en actiebereidheid geven hem niet alleen vertrouwen, maar dragen ook bij aan zijn ‘verbinding’ met iedereen binnen de club.

Bescheiden en respectvol.

Ted blijft geloven in de goede intenties van de mensen om hem heen. Zelfs als ze hem lijken te dwarsbomen. De overtuiging dat het niet gaat om het ‘ego’ van Ted Lasso, maar het belang van de club, leidt uiteindelijk tot een club en spelers die in zichzelf geloven.

Het is grappig dat een TV serie zo actueel kan zijn en een inspiratiebron kan zijn voor leiders, ondernemers en bestuurders die te maken hebben met een flinke dosis onzekerheid in de wereld.

Ted Lasso kijk je op Apple TV+

1 op 4 leidinggevenden heeft alcoholprobleem.

Er is niks mis mee om te willen presteren. Het zit in ons mensen ingebakken. Het is een manier ook om ons te onderscheiden, te laten zien dat we bijzonder zijn. Maar wat blijkt? Door al die prestatiedrang ontstaat er ook druk. Want het leveren van prestaties dient immers wel te leiden tot een bepaald doel. En als dat doel niet wordt bereikt, dan zou je kunnen concluderen dat het ‘succes’ niet voor jou is weggelegd.

Om te voorkomen dat ‘we’ teveel worden beheerst door de sluimerende druk, blijkt dat alcohol en andere genotsmiddelen effectief zijn. Ten minste, in eerste instantie. Alcohol is een bedrieglijk goedje. Het dempt onrust en zorgen, en tegelijkertijd geeft het ook nog eens een goed gevoel. Het is dan misschien daarom ook wel te begrijpen dat van de leidinggevenden maar liefst 1 op de 4 personen verslaafd is aan alcohol (onderzoek van European Workplace and Alcohol). Het gemiddelde in de bevolking is een stuk lager; zo’n 1 op 6 (onderzoek Trimbos).

Focus op resultaat in plaats van…

Opvallend is het dat van de ‘verslaafden’ het merendeel niet alleen is gefocust op presteren, maar vooral op het behalen van resultaten. En laat daar nou net een aardige vergelijking te trekken zijn met mensen die een ‘fixed’ mindset hebben. Professor Dr. Carol Dweck van Stanford University is de eerste onderzoeker die het had over een ‘growth mindset’ tegenover een ‘fixed mindset’. In haar onderzoeken is ze erachter gekomen dat mensen met een growth mindset de overtuiging hebben dat je je kunt blijven ontwikkelen. Mensen met een fixed mindset hebben juist de overtuiging dat talent iets aangeborens is, en nauwelijks te ontwikkelen. De fixed mindsetters zijn vooral gericht op resultaat, de growth mindsetters zijn vooral gericht op inzet. En juist omdat resultaten niet altijd gehaald worden, ontstaat er bij fixed mindsetters vaker teleurstelling…. En veroordeling. Van eigen prestaties en die van anderen.

Wellicht dat het goed is om leidinggevenden een helder inzicht te geven in de voordelen van een growth mindset. En wat je kunt doen om die mindset te ontwikkelen.

Ben jij benieuwd? Laat het me even weten.

Eerst plezier, dan volgt succes vanzelf.

Als we denken aan topsport, dan denken we automatisch aan afzien, offers brengen, bikkelhard trainen, tomeloze ambitie (desnoods ten koste van anderen). Toch leert de wetenschap dat we die gedachten maar beter zo langzamerhand in de ijskast kunnen zetten.

Het Noorse Olympisch Team heeft op de afgelopen winterspelen laten zien dat ze uitstekend in staat zijn om successen te pakken. Als een echte winnaar hebben ze met 16 gouden medailles de concurrentie mijlenver achter zich gelaten

En wie denkt dat deze olympische succesmachine draait op blind fanatisme en een streng trainingsregime, die heeft het mis. En niet zo’n beetje ook.

Laten we eens even inzoomen op de sportcultuur in Noorwegen.

De ‘Jante’ wet

Van alle kinderen in Noorwegen beoefent zo’n 93% een sportactiviteit. Daarbij valt op dat sporten niet wordt gezien als een manier om competitief bezig te zijn, maar als een manier om je vrijetijd door te brengen. ‘Friluftsliv’ (buitenleven) zit diep verankerd in de Noorse volkscultuur en draagt eraan bij dat kinderen leren genieten van het buitenleven en de natuur. Vanuit deze gedachte worden veel buitensporten beoefend, zonder dat wordt nagedacht over winnen of verliezen. Sterker nog, in Noorwegen geldt de ‘Jante’ wet. Het is eigenlijk meer een gedragscode die erop neerkomt dat je nooit mag denken dat je beter bent dan een ander.

Bij sportclubs zie je dat terug doordat tot 13 jarige leeftijd niet wordt geselecteerd op talent. Er zijn ook geen klassementen of ranglijsten. Dat komt allemaal wel als je een jaar of 15 bent, zo wordt gedacht. De hoofdgedachte van de Noren is ook dat ‘succes’ vanzelf ontstaat als je plezier hebt in de sport. Een andere gedachte dan die bij ons eerder de norm is; plezier ontstaat als je succes hebt.

Kies voor plezier in plaats van voor succes

Het is een gedachte die prijzenswaardig is. Een gedachte ook die in leiderschapscoaching meer en meer terugkomt. Want als succes een ‘bijproduct’ is van plezier, dan is er altijd nog plezier als er geen succes is. Andersom is het een stuk triester. Want als alleen succes leidt tot plezier, dan is het wel teleurstellend als geen succes wordt behaald.

Misschien is het dan ook niet helemaal verrassend dat zovele topsporters te maken hebben met mentale uitdagingen als het succes – de winst – op enig moment wat vaker uitblijft.

“Therapie maakte mij een aardiger en gelukkiger mens”.

Joop van den Ende wordt 80 jaar. En dankzij de media-invloed die Van den Ende nog altijd heeft, wordt daar uitvoerig aandacht aan besteed. Er wordt vooral stilgestaan bij hetgeen Van den Ende heeft betekend voor de cultuursector in Nederland. Natuurlijk altijd met het noemen van de miljarden die Van den Ende heeft vergaard. Overigens is het duidelijk dat macht en invloed tanende zijn als vooral met een beschouwend oog wordt gekeken naar de prestaties zich in het verleden afspeelden. 

In het weekendinterview in Mezza, het weekendtijdschrijft van De Persgroep, wordt opnieuw duidelijk dat zowel het ondernemers- en privéleven van Van den Ende niet alleen maar een positieve lijn omhoog heeft gekend. Successen worden afgewisseld met mislukkingen. Toch is het aan een bijzondere ‘drive’ te danken dat Van den Ende telkens opnieuw kansen blijft zien om door te gaan. Wellicht voor een deel te danken aan de enorme bewijsdrang die hij heeft overgehouden vanwege zijn magere prestaties op school. Niet voor niets wordt er in de interviewtitel naar verwezen: “Het jongetje dat niet kon leren”.

Joop van den Ende wordt 80 jaar. En dankzij de media-invloed die Van den Ende nog altijd heeft, wordt daar uitvoerig aandacht aan besteed. Er wordt vooral stilgestaan bij hetgeen Van den Ende heeft betekend voor de cultuursector in Nederland. Natuurlijk altijd met het noemen van de miljarden die Van den Ende heeft vergaard. Overigens is het duidelijk dat macht en invloed tanende zijn als vooral met een beschouwend oog wordt gekeken naar de prestaties zich in het verleden afspeelden. 

Bewijsdrang

In het weekendinterview in Mezza, het weekendtijdschrijft van De Persgroep, wordt opnieuw duidelijk dat zowel het ondernemers- en privéleven van Van den Ende niet alleen maar een positieve lijn omhoog heeft gekend. Successen worden afgewisseld met mislukkingen. Toch is het aan een bijzondere ‘drive’ te danken dat Van den Ende telkens opnieuw kansen blijft zien om door te gaan. Wellicht voor een deel te danken aan de enorme bewijsdrang die hij heeft overgehouden vanwege zijn magere prestaties op school. Niet voor niets wordt er in de interview Bewijtitel naar verwezen: “Het jongetje dat niet kon leren”.

Het is knap en bewonderenswaardig dat diezelfde bewijsdrang ertoe heeft geleid dat Van den Ende, eerst zelfstandig en daarna met Endemol en Stage Entertainment, een enorm succes heeft gemaakt van zijn ambitie. Toch ook een opvallend deel in het interview over de ‘burnout’ van Van den Ende en het herstel ervan door een jarenlange therapie. Zoals Van den Ende aangeeft, was daar ineens het megasucces na de beursgang. Werd er van hem van alles verwacht en was het vooral de twijfel die de overhand kreeg. Tussen de regels door lees je de vertwijfeling. ‘Het moeten voldoen aan een rol die hem onzeker maakte’. Hij was beland in een wereld die zo ver afstond van zijn opvoeding, zijn ‘roots’, waardoor hij letterlijk ontaarde. Hij werd er een vervelende man door. Onaardig en boos ook.

Redding

Zijn redding? zoals Van den Ende zegt, dat was professor Leopold, waar hij 3,5 jaar lang in therapie ging. Een vaderfiguur, die kennelijk in staat was om Van den Ende terug te brengen naar de kern en vrede te hebben met wie hij was en respect te hebben voor de talenten en het succes dat eruit voortvloeide.

Van den Ende zegt er zelf het volgende over. “Ik ben na de therapie een aardiger mens geworden”. “Ik heb mezelf gevonden.”

De uitlatingen van Van den Ende kunnen wellicht helpen om ook andere ondernemers aan te moedigen eens goed te kijken naar zichzelf. Want in welke mate ben je een rol aan het vervullen waarin je je helemaal niet prettig voelt. Het indirecte advies van Van den Ende is daarom nog niet zo raar. Ga eens in gesprek met een coach of mentor. Want, zoals blijkt, je wordt er naast een beter ondernemer, ook een beter en gelukkiger mens van.

Het is heerlijk om af en toe eens weg te dromen bij het kijken van een ouderwetse aktiefilm. Alle personages zijn duidelijk. Of je bent goed, of je bent fout. En natuurlijk is de winnaar altijd goed. Al moet hij of zij er soms dingen voor doen die niet per se als ‘goed’ zijn te kwalificeren. In het schietgevecht tussen de sheriff en de bandiet (ja, ik kijk ook naar oude films), waarbij de uitspraak: ‘het was hij of ik’, de schietpartij goedmaakt. Hetzelfde geldt voor de soldaat, de geheim agent of de stoere burger die zich als held ontpopt. De winnaar komt weg met zijn wreedheden omdat het doel altijd hoger was dan de impact zelf. Dus, sorry zeggen is niet echt nodig.

Bij sportgebeurtenissen wordt het al wat gevoeliger. De voetballer die een ander tegen de vlakte werkt om een goal te voorkomen. De wielrenner die bij de sprint een elleboogje geeft om zelf in ideale sprint positie te komen. Of ‘onze’ Formule 1 held die heldhaftig in een gat duikt om als eerste uit een bocht te komen en de ander daarbij misschien buiten de baan drukt. Ook hier is de sorry soms moeilijk. En dat is nog wel te begrijpen ook. Want in de gefocuste geest van de topsporter is vrijwel alles geoorloofd om te winnen. ‘Daar hoef je toch geen sorry voor te zeggen?’ In een interview achteraf wordt het ogenschijnlijk agressieve gedrag goedgepraat met de wetenschap dat de ander het ook zou doen. ‘Het was hij of ik’, dus…

Hoe zit het dan met die ‘winnaars’ op de werkvloer? De leiders, de bazen? Een vergelijk dat misschien niet zo gemakkelijk te maken is. Want, laten we eerlijk zijn, een geval van leven op dood? Dat komt niet voor. En die bijzondere kans om kampioen te worden? Al evenmin. Toch vertoont het gedrag van leiders soms overeenkomsten met dat van de filmheld of topsporter. Vanuit het hogere doel is veel geoorloofd. En juist daar wordt het oppassen. Want dat hogere doel is voor veel leiders gelijk aan een persoonlijk doel. Macht, status, aanzien, waarbij soms zelfs het algemeen doel, en dat van medewerkers, naar de achtergrond verdwijnt. Waarbij ‘het is hij of ik’ een tegenstelling wordt tussen ego en bedrijfs-(of medewerkers) belang. En dat zou toch wel wat vraagtekens moeten oproepen.

De vraag; hoe herken je deze leiders? Heel eenvoudig. Ze zeggen nooit sorry!