Weer volledig aan het werk op kantoor? Of liever toch nog thuis? Werken van 9 tot 17 uur? Of op andere momenten van de dag? In een digitale wereld wordt meer en meer mogelijk voor ‘werkenden’. Mooi, maar hoe ga je er als leidinggevende mee om?
Uit een beperkt onderzoek bij het gerenommeerde IMD in Lausanne blijkt dat veel leidinggevenden denken dat de ontstane flexibiliteit vooral is ingegeven door corona, en dus tijdelijk zal zijn. Sterker nog, de meeste leidinggevenden willen graag zo snel mogelijk terug naar de oude situatie. Omdat dat nu eenmaal ‘gewend’ is, en zo ‘lekker beheersbaar’.
Helaas voor diegenen; vroeger is voorbij. En dat geldt eigenlijk ook wel een beetje voor het soort leiderschap dat daarbij past.
Professor Hooijberg, van IMD, moedigt moderne leiders aan om vooral nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Daarbij gaat het nog meer dan ooit om vertrouwen te kunnen geven en het ontwikkelen van communicatievaardigheden en sociale ‘skills’.
De leider die vooral het middelpunt wil zijn van alles, die zal het lastig krijgen, aldus de professor.
De ‘hybride’ ontwikkelpunten voor verschillende leiderschapstypes.
Dirigent.
De dirigent is vooral bezig met toezicht. Zij zien erop toe dat het werk wordt uitgevoerd, in goede samenwerking. Dit is ook op afstand en online te doen. De valkuil? Te veel stilstaan bij details en te weinig oog voor sociale verbondenheid.
De coach.
De coach werkt graag in een persoonlijke relatie met medewerkers. Moedigt aan, geeft vertrouwen. Werkt ook prima in een digitale setting, echter ook hier een valkuil. Gezamenlijke ontmoetingen leiden tot gevoel van saamhorigheid.
De katalysator.
De katalysator streeft naar samenwerking en vernieuwing. Digitaal en online is dit een serieuze uitdaging. Het kan helpen om nieuwe technieken toe te passen die een online brainstorm mogelijk maken.
De kampioen.
De kampioen is vooral gericht op exposure en aandacht. Wil graag laten zien wat bereikt is. Hoewel nog in de kinderschoenen, biedt een online omgeving ook hier mogelijkheden door betrokkenen digitaal in de spotlight te zetten. De valkuil? Het ego van de kampioen zelf.
Hoewel het onderzoek naar drank- en of drugsgebruik bij CEO’s, ondernemers en andere leidinggevenden dunnetjes is, blijkt een aardig deel van de leiders hun stress af te reageren door een overmaat aan genotsmiddelen. De meesten ontkennen overigens dat ze daarmee een probleem hebben. Het drank- en drugsgebruik is zorgelijk, omdat het al snel kan leiden tot slechte beslissingen. Zorgelijk ook, omdat het uiteindelijk natuurlijk ook invloed heeft op de gezondheid van de leider in kwestie.
Eén van de grootste oorzaken van een overmaat aan genotsmiddelen is stress. Het kan dan ook geen kwaad om eens een zelfanalyse te doen in welke mate je stress ervaart en welk gedrag het signaal kan zijn voor stress waarvan je je misschien nog eens niet zo bewust bent. Laten we eens een drietal stressfases bekijken.
Alertheid.
Het gevoel van ‘aan staan’ is op zich goed. Het zorgt ervoor dat je waarnemingsvermogen op volle toeren draait en je beslissingsvermogen optimaal actief is. Een teveel aan ‘aan staan’ leidt tot geestelijke vermoeidheid.
Prikkelbaarheid.
Overdreven reacties, laat staan ‘uitbarstingen’, zijn een signaal van stress. Kennelijk ben je niet meer in staat gecontroleerd te relativeren en komen ergernissen ongefilterd naar buiten. Kortom, een duidelijk signaal om te ontstressen.
Piekeren.
Piekeren is een overduidelijk signaal van stress. Vooral als het met regelmaat terugkeert. Het vervelende van piekeren is dat het veelal ’s nachts optreedt, als andere afleidingsprikkels verdwijnen. Het gevaar ervan is dat het al snel leidt tot een slaaptekort. En juist een slaaptekort heeft impact op je concentratieniveau en het beslissingsvermogen.
Volgens een gezondheidsonderzoek door het CBS geeft zo’n 10% van de mensen aan dat ze door slaapproblemen last hebben om de dagelijkse werkzaamheden goed uit te voeren. Bij werkenden is het percentage dubbel zo hoog. Eén op vijf dus. Grote kans dat daar dus ook leiders bij zitten.
Wat doe je eraan?
De allerbeste remedie tegen stress? Ga bewegen! Of het nu wandelen is, of actiever sporten, je geest knapt er enorm van op. Niet na één keer, maar wel als je het een onderdeel maakt van je levensstijl.
Wat je nog meer kunt doen? Ga mediteren (of ga iets doen met mindfulness). En dat hoeft helemaal niet zo moeilijk te zijn. Kies enkele momenten van de dag waarbij je heel bewust en langzaam gaat ademhalen. Nog een tip? Word een beetje vriendelijker voor jezelf. Negatieve gedachten over jezelf helpen niets. En het is allang wetenschappelijk bewezen dat perfectionisme meer kwaad dan goed doet. Dus… doe een beetje minder krampachtig je best.
Dat de persoonlijkheid van ondernemers en leiders een grote impact heeft op het bedrijf is niets nieuws. Sommige eigenschappen echter, hebben een grotere impact dan andere. Vooral als de leider in kwestie nauwelijks notie lijkt te hebben van zijn of haar getoonde eigenschap, of vindt dat het gedrag aanvaardbaar is.
Gebaseerd op onderzoek en leiderschapsonderzoek zijn er 4 leiderschapsgedragingen waarbij de alarmbellen dienen af te gaan.
1. Teveel zelfvertrouwen. “Ik ben er 100% zeker van”.
De leider die een teveel aan zelfvertrouwen heeft, heeft ook de neiging om zichzelf te overschatten en mogelijke uitdagingen te onderschatten. De doelen die hij stelt zijn vaak te hoog gegrepen en onrealistisch. Bovendien hechten ze nauwelijks waarde aan inzichten en ontwikkelingen van buitenaf, ze weten het immers zelf wel. Meestal hebben ze een korte termijn focus en overzien ze slechts in beperkte mate wat de consequenties zullen zijn op de langere termijn.
Hoe herken je een dergelijke leider?
In de praktijk zijn dit de leiders die ferme uitspraken doen over de te volgen aanpak. Ze overschreeuwen vaak de meningen en opvattingen van anderen, ook van degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering, waardoor nauwelijks enige commitment ontstaat vanuit de uitvoerende medewerkers.
Het advies aan dit soort leiders?
Het vraagt misschien wat moed, echter het zou goed zijn om vanuit de organisatie wat ‘tegenspraak’ te organiseren. Op basis van feiten en argumenten. Dit kunnen dus deskundigen zijn in het bedrijf, maar ook experts van buiten.
2. Alles wat nieuw is, is goed.
Er zijn behoorlijk wat leiders die gevoelig zijn voor alles dat ‘nieuw’ is. Het idee om voorop te lopen, als eerste iets nieuws te zien, is voor hen bijna magisch. Het grote risico voor dit soort leiders is, dat ze veel middelen en energie opeisen bij medewerkers in het bedrijf die de ‘nieuwe ontwikkeling’ er vaak naast moeten doen bij het bestaande werk. Vaak brengt deze eigenschap ook mee dat het enthousiasme weer snel kan doven en alweer iets nieuws is gevonden om aandacht aan te geven.
Hoe herken je een dergelijke leider?
In de praktijk zijn dit leiders die hoog opgeven over hun ondernemend vermogen en het vermogen om nieuwe kansen te zien. De werkelijkheid is echter dat ze veel projecten hebben opgestart en de discipline en vasthoudendheid missen om het project ook af te maken.
Het advies aan dit soort leiders?
Ook hier is zelfinzicht het grootste gewin. Daarbij helpt het dan ook dat bij aanvang van het nieuwe project een duidelijk plan wordt gemaakt, waarbij anderen verantwoordelijk worden gemaakt voor de uitvoering en waarbij tevens duidelijk is wat de impact is in de organisatie.
3. Vertrouwen is goed, controle is beter.
Sommige leiders hebben de neiging om een overgecontroleerde bedrijfsomgeving te creëren. Processen en voorwaarden zijn bijna heilig. Het effect hiervan is dat medewerkers nauwelijks nog initiatief tonen en een instelling ontwikkelen die leidt tot onderpresteren. Immers leidt inzet en actie buiten de gebaande paden al snel tot kritiek en wantrouwen, en in ieder geval niet tot waardering.
Hoe herken je dit soort leiders?
De controlerende leider is gemakkelijk te herkennen. Afspraken en tijden zijn heilig, alle taken en acties zijn weergegeven in agenda’s en lijsten. Meer dan gemiddeld wordt gevraagd naar terugkoppelingen van acties. Medewerkers lijken vaak beperkt geïnteresseerd.
Het advies aan dit soort leiders?
Een leider die graag inzicht wil in het presteren van de organisatie kan beter kiezen voor algemene transparante KPI’s. Het is ook aan te raden om af te stemmen met andere leidinggevenden wat de beste manier is om prestaties te beoordelen. In ieder geval is het belangrijk om je eigen opvatting te toetsen bij anderen.
4. Dat is ook een mogelijkheid.
Hoewel leiderschap vraagt om keuzes maken en anderen overtuigen, zijn er veel leiders die vol twijfel zitten. Deze twijfel kan leiden tot vertragingen omdat bijvoorbeeld herhaaldelijk gezocht wordt naar nog meer informatie om een weloverwogen keuze te maken. Het nadeel kan zijn dat anderen, met meer ‘zogenaamde’ overtuiging deze leiders van een weloverwogen strategische keuze kunnen afbrengen.
Hoe herken je dit soort leiders?
De twijfelende leider herken je vaak aan het feit dat eerst verschillende concepten en ‘denkrichtingen’ worden gepresenteerd voordat wordt overgegaan tot een definitief plan. Het effect is overigens ook dat vertragingen op de loer liggen.
Het advies aan dit soort leiders?
Als leiders zich herkennen aan dergelijke twijfel is het goed om met een vertrouwenspersoon of coach over deze twijfel te praten. Het zou zomaar kunnen dat de twijfel voortkomt uit faalangst en gevoelens van minderwaardigheid. Het kan ook helpen om bij een keuze-afweging een voorstelling te maken van een ‘wat – als’ scenario. Als duidelijk meer kansen dan bedreigingen aanwezig zijn, kan dat de keuze vergemakkelijken.
Vanzelfsprekend heeft ieder mens, dus ook iedere leider, meerdere eigenschappen en wellicht ook enkele valkuilen. Geen enkel probleem natuurlijk. Echter, het vraagt moed en zelfinzicht om jezelf als leider de vraag te stellen naar je valkuilen. In ieder geval is het een goed advies om eens met anderen te praten over je leiderschapsstijl.
(deze blog is gebaseerd op een artikel uit Harvard Business Review van september 2021)
Het oerdegelijke bedrijf Albert Heijn raakt verwikkeld in een enorm boekhoudschandaal. Wat was er aan de hand? Het moederconcern Ahold, met financiële rekenmeester Cees van der Hoeven aan het roer, bleek gesjoemeld te hebben met de boeken. Voormalig boekhouder Cees van der Hoeven had ontdekt dat hij met mooie beloftes en verwachtingen de aandelen van het bedrijf kon laten stijgen als een ballon gevuld met helium. Dus, als Cees weer eens een overname wilde doen, hoefde hij alleen maar wat aandeeltjes uit te geven die gretig aftrek vonden bij de al even gretige beleggers. Tot zover nog niet zoveel aan de hand. Tot het moment dat de dubbelcijferige groeibelofte niet gehaald leek te worden. Cees, ooit eens een degelijke boekhouder, bedacht dat hij wat boekhoudkundige trucs zou kunnen uitvoeren om toch een goed verhaal te kunnen blijven vertellen.
Wat gebeurde? De waarheid kwam natuurlijk uit. En het aandeel Ahold raakte in een vrije val. Cees was beurslieveling af, verloor zijn reputatie en moest uiteindelijk een boete betalen.
Een verhaal als dit kan bij meerdere CEO’s opgetekend worden. En je zou kunnen zeggen, dat er altijd wel types rond zullen lopen die de neiging hebben om de boel te bedriegen.
Maar het punt is; Cees van der Hoeven was helemaal geen schurk. Hij was een nette, ambitieuze degelijke boekhouder die in korte tijd cum laude afstudeerde en een al even degelijke carrière begon bij de Nederlandse Aardgas Maatschappij. Slimme Cees viel op en het duurde niet lang of zijn carrière kwam in een stroomversnelling om uiteindelijk te belanden bij Ahold om er uiteindelijk bestuursvoorzitter te worden.
Er gebeurde iets met Cees. De aandacht en complimenten, en de ‘nieuwe sociale cultuur’ begonnen invloed te hebben. Het saaie uiterlijk van Cees begon te veranderen. De brilletjes werden hipper. De snor verdween. Het kapsel kreeg een make over. En waarschijnlijk zorgde een stylist ervoor dat ook de pakken allemaal wat beter ‘gesneden’ werden. Ook privé gebeurde er iets, want mevrouw van der Hoeven 1 werd ingewisseld voor een nieuwe fraaie mevrouw 2 waarmee de gala’s en openingen veel beter opgefleurd werden.
Cees was ‘on top of the world’.
Ondanks het feit dat Cees best een stel knappe hersenen heeft, begonnen bepaalde delen in het brein wat slechter te functioneren. Zelfrelativering, zelfkritiek en bescheidenheid maakten langzaam plaats voor geestelijk onkruid als overschatting, roekeloosheid en schaamteloosheid. Uiteindelijk leidend tot de fraude die Ahold bijna deed omvallen.
Nogmaals, het verhaal van Cees van der Hoeven is niet uniek. We hoeven maar te denken aan de vele bankbestuurders die zich blijven verrijken, sommige politici, en CEO’s die extra premies opeisen terwijl medewerkers loonoffers dienen te brengen.
Enkele narcistische eigenschappen zijn namelijk wel prettig voor leiders. Een beetje zelfvertrouwen? Kan geen kwaad. Met enthousiasme je overtuiging willen delen met anderen? Ook dat is een pré.
Misschien dat het een idee is, dat leiders ‘nieuwe stijl’ zich maar eens moeten voornemen om ook voor henzelf een prestatiebeoordeling in te stellen. Een feedback, door allerlei lagen in de organisatie. Misschien dat dat een manier is om het geestelijk brein van de leider vrij te houden van onkruid.
Wat een opsteker. In het World Happiness Report, een jaarlijks terugkerende publicatie door het Sustainable Development Solutions Network, blijkt dat we als Nederlanders opnieuw tot de gelukkigsten ter wereld behoren. We staan op plaats 6, na Finland, Denemarken, Zwitserland, IJsland en Noorwegen. Kortom, we bevinden ons in goed gezelschap.
Als een dergelijk cijfer wordt gepresenteerd leidt dat natuurlijk direct tot de vraag; welke factoren leiden tot zo’n hoge geluksbeleving?
Om een zinnig antwoord te kunnen geven, zullen we eerst eens inzoomen op de data die is onderzocht. Het zijn de volgende zaken; besteedbaar inkomen, levensverwachting, sociale kring, vrijheid van keuze, vrijgevigheid, corruptie en de dagelijkse positiviteit.
Prima indicatoren natuurlijk, die maar eens opnieuw onderstrepen dat het niet zozeer draait om de zogenoemde ‘aanleg’ om gelukkig te zijn. Wetenschappelijke onderzoeken leren ons namelijk dat onze genen (word je somber geboren?) hooguit voor zo’n 50% invloed hebben op ons geluksgevoel (alhoewel we misschien allemaal wel ‘klagers’ kennen die er een bovengemiddeld talent voor lijken te hebben). Hoe dan ook, de belangrijkste factoren hebben te maken met gebeurtenissen en het sociale klimaat waarin we leven.
Verder kijkend naar de details, wordt ook direct duidelijk dat het besteedbaar inkomen slechts een beperkte invloed heeft op het gelukscijfer, (niets nieuws; want andere onderzoeken hebben al veelvuldig aangetoond dat wanneer er geen directe geldzorgen meer zijn, de geluksbeleving nauwelijks nog toeneemt). Landen als Ierland, Singapore en Kuweit scoren een stuk hoger als het gaat om gemiddeld besteedbaar inkomen, maar scoren aanmerkelijk lager in de geluksbeleving.
Wat echt een verschil maakt is de mate waarin we ons verbonden voelen met anderen (de sociale kring), de mate waarin we een vrijheid hebben om te kiezen en de wijze waarop we dagelijks positieve of negatieve gevoelens ervaren (positiviteit). Natuurlijk helpt het ook om te leven in een cultuur waarin we niet bang hoeven te zijn voor corruptie en onderdrukking (we ervaren het misschien als vanzelfsprekend).
Wat kunnen we leren van de Scandinaviërs?
Hoogleraar Henk van der Liet, hoogleraar Scandinavische taal en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, geeft aan dat de hoog scorende Scandinaviërs een heel goede balans hebben tussen werk en privé. Bovendien staan Scandinaviërs erom bekend dat ze in hun vrije tijd veelvuldig naar buiten gaan om te genieten in de natuur.
Een Finse expat geeft aan dat vele Finnen juist samen met hun familie vakantie vieren. Het gevoel om samen te genieten leidt tot extra verbondenheid en draagt bij aan een hoger geluksgevoel. Bovendien is het zo dat vele moeders weliswaar fulltime werken, maar dat de kinderopvang erg goed geregeld is. Dit leidt tot minder schuldgevoel bij werkende moeders én vaders.
Misschien dat we deze inzichten kunnen gebruiken om ons hoge geluksgevoel nog een beetje verder te ontwikkelen. Misschien dat het ook een oplossing zou zijn voor de 17% werknemers die te kampen hebben met burn-out klachten.
De algemene opvatting is nog steeds dat als je goed je best doet op school, hard werkt, veel aandacht geeft aan je carrière, het succes je ten deel zal vallen. En wanneer je succes hebt? Dan zal je ook gelukkig zijn.
Er zitten veel misverstanden in deze denkwijze. Het gaat er bijvoorbeeld van uit dat geluk zoiets is als een resultaat. Dat je er behoorlijk wat voor moet doen. En misschien impliceert het ook nog wel zoiets als dat je het eigenlijk een beetje beter moet doen dan anderen.
Mhhhm. Logisch misschien, volgens wat ouderwetsere menselijke opvattingen.
Gelukkig wordt er veel onderzoek gedaan naar thema’s als geluk en succes. En daaruit blijkt telkens opnieuw dat geluk helemaal niets is dat je als resultaat bereikt. Sterker nog, het blijkt dat een ‘staat van geluk’ ofwel het besef gelukkig te zijn juist een enorme kans verbeteraar is voor maatschappelijk succes. Hoe dat komt? Door het effect dat positieve en gelukkige emoties hebben op de carrière, aldus een onderzoek van Sonja Lyubomirsky, Lisa Walsh en Julia Boehm uit 2018 (Does Happiness Promote Career Success? Revisiting the Evidence)
En eigenlijk had je er helemaal geen onderzoek voor nodig. Bedenk immers maar eens hoe je zelf aankijkt tegen die ene collega die altijd klaagt en ontevreden is of die collega die vrolijk is, complimenteus en oog heeft voor anderen. Overigens blijkt, ook weer uit onderzoek, dat positieve gelukkige medewerkers minder vaak ziek zijn, eerder een extra uitdaging aangaan en commercieel succesvoller zijn. Niet zo raar dat de positieve gelukkiger collega eerder promotie maakt. Dus, de conclusie is; succes maakt je niet gelukkiger, geluk maakt je succesvoller.
Dan Gilbert, professor op Harvard University en befaamd spreker op vele TED congressen, benoemt eveneens een aardige ‘kip of ei’ stelling; het huwelijk. Getrouwden blijken gelukkiger dan alleenstaanden. Maar de voor de hand liggende conclusie gaat niet op. Want het is niet zo dat ‘het huwelijk’ leidt tot meer geluk. Het blijkt namelijk dat gelukkiger mensen meer trouwen dan minder gelukkigen. Dus ook hier geldt dat je beter eerst gelukkig kunt zijn dan te denken dat het trouwen je gelukkiger zal maken.
Kijk er maar eens naar hoe Dan Gilbert het uitlegt.
John (Robert) Wooden (1910 – 2010) was één van de meest succesvolste basketbal coaches in het Amerikaanse basketbal. Hij was alom geëerd, gaf vele lezingen en schreef vele boeken. In 2009, één jaar voor zijn dood, werd hij door uitgever The Sporting News uitgeroepen tot ‘Greatest Coach of All Time”.
Toch heeft deze legendarische basketbalcoach ‘het nooit verder geschopt’ dan hoofdcoach van een universiteitsteam. Met zijn succesteam ‘de UCLA Bruins (Universiteit van California – Los Angeles)’ won hij echter 10 Nationale kampioenschappen in 12 jaar tijd.
Wooden was een opmerkelijke persoonlijkheid met een sterk karakter. En hoewel hij zich verzekerd wist van sterke teams, wist hij pas echt succesvol te worden toen hij zijn leiderschapsstijl veranderde. In plaats van een alwetende dominante leider, organiseerde hij tegenspraak en deelde hij verantwoordelijkheden met andere stafleden.
Het meest opmerkelijk is echter het mensbeeld van John Wooden. Zijn coaching was gebaseerd op een set van waarden en normen die je niet alleen een betere basketbalspeler maken, maar vooral een beter mens, aldus Wooden. Hij vertaalde ze in zijn ‘Pyramid of Succes’. In deze ‘Pyramid of Succes’ draait het om kernwaarden als ambitie, vechtlust, doorzettingsvermogen en vertrouwen, maar ook om waarden als eerlijkheid, oprechtheid, betrouwbaarheid en integriteit. Zijn overtuiging; hoe beter je als mens functioneert, hoe beter je als sporter kunt worden.
De reden dat John Wooden altijd als hoofdcoach van een universiteitsteam is blijven werken voor een maximum salaris van 35.000 dollar per jaar – hij heeft een tienvoudig aanbod van de LA Lakers afgeslagen – heeft vooral te maken met de impact hij als coach ervaarde op de nog jonge sporters. Nadat hij in 1975 ontslag nam na het winnen van de 10e nationale kampioenschappen, duurde het 20 jaar voordat UCLA opnieuw het kampioenschap wist te winnen. John Wooden gaf na zijn coaching periode vele lezingen waarin de 7 levenslessen van zijn vader consequent terugkwamen.
Dat John Wooden zijn lessen zelf in de praktijk bracht werd onder andere zichtbaar nadat zijn vrouw Nellie overleed in 1985. Maar liefst 25 jaar lang bezocht hij haar graf maandelijks en schreef hij een liefdesbrief aan zijn vrouw, die hij keurig in een envelop stopte en bewaarde.
De Pyramid of Succes volgens John Wooden.
Afgelopen week werd ik via een verleidelijke email van een boekenwebsite gewezen op een nieuw managementboek. De boodschap suggereerde dat het ondernemerssucces voor het oprapen zou liggen. Mits ik de 8 beschreven stappen zou volgen. Verleidelijk en intrigerend. Maar natuurlijk weet u dat dat een onmogelijke belofte is. Toch?
Ik hoop het, want lijkt het erop dat grote groepen ondernemers wél geloven dat succes verstopt zit in lijstjes en ingenieuze ‘managementprogramma’s’. Om mijn gevoel te toetsen, heb ik even gekeken naar het overzicht van ‘best sellende’ managementboeken. “De nieuwe weg – In 7 stappen meer omzet”, “Geef nooit korting – met 31 prikkelende adviezen”, “De kleine Covey – met de 7 eigenschappen van een goed leider”, “Businessplan op 1 A4”, “De 5 valkuilen voor managers”. Kant en klare oplossingen, in boekvorm, voor de ondernemer op zoek naar snel succes.
Gezien het feit dat deze boeken in grote aantallen verkocht worden, mag je toch aannemen dat vele ondernemers op zoek zijn naar een wondermedicijn voor meer succes. Hoeveel vertwijfeling kun je hebben?
Ondanks de voorspelde economische groei, zit er dus onder de oppervlakte van ondernemend Nederland kennelijk toch een stevige onzekerheid. Zonder daarbij in te gaan op wie?, hoe? en wat?, is het duidelijk dat men zoekt naar oplossingen die helpen een betere ondernemer te worden. Helaas gaat het bij de zoektocht naar de kant en klare oplossing veelal fout.
Want daar waar al snel een oplossing gezocht wordt bij externe factoren is het beter om te kijken naar de oorzaak. Het is een beetje als de patiënt die na een drankoverdosis bij een dokter komt met het verzoek om hoofdpijnpillen. Zeker bij enige frequentie vraagt een goede dokter door en zal het advies geven om de levensstijl wellicht wat aan te passen.
Aangezien ondernemers net mensen zijn, zal de oorzaak vooral in externe omstandigheden gezocht worden. Oneerlijke concurrentie, ondankbare klanten, internet, om maar eens een paar van die omstandigheden te noemen. De mogelijke confrontatie met de eigen tekortkomingen is dan ook een onprettige gedachte. En waarom zou je niet geloven in het kant en klare succes zoals dat door vele businesstovenaars wordt aangeboden.
Laten we er niet omheen draaien. Succes kan alleen maar ontstaan als je als ondernemer bereidt bent om vooral kritisch te kijken naar jezelf en je organisatie. Heb je inderdaad alles gedaan wat nodig is om een verschil te maken voor je klant? Ben je nog steeds zo alert en attent voor die trouwe klanten dan toen ze net klant werden? Heeft je bedrijf een echte toegevoegde waarde, of ben je inwisselbaar? Loop je een stapje extra, of zeg je alleen maar dat je dat doet? Geloof je er als ondernemer nog steeds in, of ben je vooral hetzelfde aan het doen wat je altijd al deed? Als je te vaak met nee antwoordt, dan helpt geen enkel boek en geen enkel managementprogramma.
Maar ja, dát vertellen ze niet in die mooie managementboeken…
Onze maatschappij draait op volle toeren. Dagelijks worden we getrakteerd op nieuwe producten en oplossingen die beloven ons leven beter en mooier te maken. We prijzen ondernemers, vernieuwers en starters om hun revolutionaire ideeën en we verheerlijken hen alsof ze de nieuwe ‘sterren’ zijn.
Zowaar krijgen we het idee dat elke vorm van vooruitgang en vernieuwing maakbaar is. Of het nu gaat om een zelfrijdende auto, een slimme thermostaat die het energieniveau in huis regelt, een nieuwe gentherapie tegen een levensbedreigende ziekte, of een app die de ideale partner voor je kiest. Voor alles lijkt een oplossing te zijn.
Met het toenemende geloof in maakbaarheid zijn we ook gaan geloven dat succes letterlijk een keuze is. En dat succes dus ieders eigen verantwoordelijkheid is. Je kunt het al op je vingers natellen. Want als succes een keuze is, dan is falen dat natuurlijk ook. Het is niet waar natuurlijk! Maar erger nog is het dat dit geloof een aanslag pleegt op de samenhang in onze maatschappij. Lang leve de succesvollen, en een minachtende glimlach voor de ‘losers’.
De succesverheerlijking leidt tot een toenemend individualisme en egoïsme. Het zet een kettingreactie op gang van een toenemende competitie. Het resultaat is een kleine groep van ‘haves’ en een grotere groep van ‘have nots’ die nauwelijks over middelen beschikken om hun situatie te verbeteren. En volgens het succesdenken ben je zelf verantwoordelijk voor je falen.
Om de gevoelens van schaamte, schuld en vernedering te voorkomen, zal in eerste instantie getracht worden om te blijven voldoen aan het beeld dat de buitenwereld zou moeten zien. Met dank aan social media waar we de mooiste beelden van ons leven kunnen delen. Maar wat als je het gevoel hebt dat je gepresenteerde leven steeds meer is gebaseerd op een wenselijke illusie? Het verklaart wellicht het grote aantal burn-outs en gevoelens van depressiviteit.
Hoewel we met zorg mogen kijken naar al deze ontwikkelingen, dienen we ook in de spiegel te kijken. Want waar wordt de basis gelegd van dit sentiment? Is het niet zo dat ‘wij’ als ouders alles op alles zetten om onze kinderen op te leiden tot geslaagde succesnummers. Waarbij we heel hard roepen dat het ons daarbij maar om één ding gaat; het levensgeluk van onze kinderen. De vraag die je jezelf mag stellen is of dat ook echt zo is. Vanuit de allerbeste bedoelingen zijn ‘we’ heel druk om de vaardigheden van onze kinderen op de meest veelzijdige manier te stimuleren. Op school, in de sport en in muziek als het even kan. ‘We’ staan er dichtbij, we zitten er bovenop en met enthousiasme laten we ze wedijveren, 24/7. En elke prestatie wordt beloond. Een zwemdiploma? Een diploma op de blokfluit? Het kampioensfeest van een jeugdelftal? Feest en spotlights. Het bijeffect? Egoïstisch gedrag en een continu vergelijkend streven naar succes.
Ook op de werkvloer zijn de effecten van de ‘Succes is een keuze’ opvatting dagelijks merkbaar. Succes betekent immers optimaal presteren. Daar horen termen bij als efficiëncy, winstmaximalisatie en uitdagende doelen. Vertaald in processen en protocollen waarbij autonoom denken en creativiteit volledig opgeofferd wordt. Het effect op de langere termijn is dat vele mensen zich vervreemd zien van hun werk, met als gevolg een gebrek aan betekenis en ook hierdoor een toenemende kans op een burn-out.
Het is bijna ondoenlijk om tegen de stroom in te pleiten voor minder individualisme of individueel succes. Toch is het noodzakelijk als we de massale teleurstellingen, burn-outs en depressiviteitsklachten willen verminderen. Het eigenbelang mag best een tandje lager en het begrip ‘samen’ mag best aan betekenis winnen. Maar dat stelt eisen aan ons allen. Het betekent namelijk kunnen afzien van het eigen korte termijn genot als de groep – waarvan je deel uitmaakt – ervan profiteert. Dat vraagt om beheersing. En het vraagt misschien ook om gedrag waarbij je eerst eens aan de ander denkt. Iets dat we totaal hebben verleerd, zo lijkt het.
In ondernemerskringen wordt graag een vergelijking gemaakt met sport. Succesvol ondernemerschap en topsport hebben veel overeenkomsten, zo is de heersende mores bij zakenlieden. Het is dan ook niet voor niets dat vele (oud) topsporters graag gehoorde sprekers zijn op één van vele netwerkbijeenkomsten. De motiverende ervaringen over ‘doelen stellen’, ‘ambitie’, ‘doorzetten’, ‘bloed, zweet en tranen’ gaan erin als zoete koek. Ze lijken morgen toepasbaar in het eigen bedrijf. “Hadden mijn medewerkers daar maar wat meer van”, durft een enkele ondernemer misschien zelfs te denken. Toch gaat het bij dergelijke spreekbeurten nooit over de allerbelangrijkste eigenschap die zowel topsporters als topondernemers verbindt en onderscheidt. Namelijk hoe je om moet leren gaan met teleurstelling.
De kunst van het incasseren.
Het is inmiddels vele jaren geleden dat Frits Goldschmeding – de oprichter en eigenaar van Randstad – te gast was in een soort ‘Rondom 10’ achtig televisieprogramma. Een aantal succesvolle ondernemers was opgetrommeld om het geheim achter hun succes te verklaren. Goldschmeding, niet zo mediaschuw als vandaag de dag, benadrukte een andere karaktereigenschap dan zijn collega succesondernemers. Want terwijl de anderen het hadden over een scherp inzicht, handelingssnelheid, lef, talent en andere bewonderingswaardige eigenschappen, karakteriseert de echte ondernemer zich veeleer door het vermogen te incasseren. Als student had de nog jonge Frits regelmatig bokstrainingen gevolgd en geleerd dat het niet alleen maar ging om rake klappen uitdelen, maar misschien nog wel meer om klappen te kunnen opvangen. Om pijn te verdragen en om gemotiveerd te blijven, ook als je verliest.
Eenzelfde opvatting overigens als 5-voudig Olympisch beachvolleyballer Reinder Nummerdor onlangs verklapte in een interview. Op weg naar de top verlies je veel vaker dan dat je wint. Het vermogen om die herhaaldelijke teleurstelling te zien als motivatie om beter te willen, dat maakt het verschil tussen ware winnaars en verliezers, zo was zijn opvatting.
De beproeving van mentale kracht.
In de praktijk van alledag is het voor ondernemers niet anders. Want hoe vaak komt het niet voor dat die trouwe klant ondanks alle inzet bedankt voor de samenwerking. Of blijkt een investering niet dat rendement op te leveren zoals verwacht. Zijn kostenbesparingen niet toereikend om opnieuw een verlies af te wenden. Kiest je allerbeste commerciële medewerker voor een nieuwe uitdaging in zijn leven. Hoe sterk sta je dan in je schoenen? Hoe ga je als ondernemer om met zulke teleurstellingen. Kies je er dan voor om een tandje bij te schakelen of gooi je de handdoek in de ring. Het antwoord laat zich raden.
Samen kom je verder. Het is gemakkelijk gezegd misschien. Doorgaan wanneer je het niet meer ziet zitten. En op papier is het ook veel gemakkelijker dan in de werkelijkheid. Maar dat maakt het niet minder waar. Toegegeven, zelfs topsporters met een enorme mentale weerbaarheid doen het nooit alleen. Ze vertrouwen op een trainer en coach die hen in de moeilijke tijden een zetje geeft, aanmoedigt. Op weg naar het hoogst haalbare. En ook daarin kunnen vele ondernemers nog wel wat leren van sporters; kies voor een trainer, coach die je verder helpt wanneer het moeilijk wordt. Want samen kom je echt verder.