Je hoeft geen sportwetenschapper te zijn om te weten dat de topsporters de meeste tijd besteden aan trainen en een heel beperkte tijd aan presteren tijdens een wedstrijd.
Eduardo Briceño is een wetenschapper en de oprichter van MindsetWorks, een organisatie die organisaties helpt om een groei-mindset te ontwikkelen.
In één van zijn presentaties legt hij uit hoe we als professionals ook meer aandacht dienen te besteden aan het trainen en ontwikkelen van onze vaardigheden.
De algemene opvatting is nog steeds dat als je goed je best doet op school, hard werkt, veel aandacht geeft aan je carrière, het succes je ten deel zal vallen. En wanneer je succes hebt? Dan zal je ook gelukkig zijn.
Er zitten veel misverstanden in deze denkwijze. Het gaat er bijvoorbeeld van uit dat geluk zoiets is als een resultaat. Dat je er behoorlijk wat voor moet doen. En misschien impliceert het ook nog wel zoiets als dat je het eigenlijk een beetje beter moet doen dan anderen.
Mhhhm. Logisch misschien, volgens wat ouderwetsere menselijke opvattingen.
Gelukkig wordt er veel onderzoek gedaan naar thema’s als geluk en succes. En daaruit blijkt telkens opnieuw dat geluk helemaal niets is dat je als resultaat bereikt. Sterker nog, het blijkt dat een ‘staat van geluk’ ofwel het besef gelukkig te zijn juist een enorme kans verbeteraar is voor maatschappelijk succes. Hoe dat komt? Door het effect dat positieve en gelukkige emoties hebben op de carrière, aldus een onderzoek van Sonja Lyubomirsky, Lisa Walsh en Julia Boehm uit 2018 (Does Happiness Promote Career Success? Revisiting the Evidence)
En eigenlijk had je er helemaal geen onderzoek voor nodig. Bedenk immers maar eens hoe je zelf aankijkt tegen die ene collega die altijd klaagt en ontevreden is of die collega die vrolijk is, complimenteus en oog heeft voor anderen. Overigens blijkt, ook weer uit onderzoek, dat positieve gelukkige medewerkers minder vaak ziek zijn, eerder een extra uitdaging aangaan en commercieel succesvoller zijn. Niet zo raar dat de positieve gelukkiger collega eerder promotie maakt. Dus, de conclusie is; succes maakt je niet gelukkiger, geluk maakt je succesvoller.
Dan Gilbert, professor op Harvard University en befaamd spreker op vele TED congressen, benoemt eveneens een aardige ‘kip of ei’ stelling; het huwelijk. Getrouwden blijken gelukkiger dan alleenstaanden. Maar de voor de hand liggende conclusie gaat niet op. Want het is niet zo dat ‘het huwelijk’ leidt tot meer geluk. Het blijkt namelijk dat gelukkiger mensen meer trouwen dan minder gelukkigen. Dus ook hier geldt dat je beter eerst gelukkig kunt zijn dan te denken dat het trouwen je gelukkiger zal maken.
Kijk er maar eens naar hoe Dan Gilbert het uitlegt.
Afgelopen week werd ik via een verleidelijke email van een boekenwebsite gewezen op een nieuw managementboek. De boodschap suggereerde dat het ondernemerssucces voor het oprapen zou liggen. Mits ik de 8 beschreven stappen zou volgen. Verleidelijk en intrigerend. Maar natuurlijk weet u dat dat een onmogelijke belofte is. Toch?
Ik hoop het, want lijkt het erop dat grote groepen ondernemers wél geloven dat succes verstopt zit in lijstjes en ingenieuze ‘managementprogramma’s’. Om mijn gevoel te toetsen, heb ik even gekeken naar het overzicht van ‘best sellende’ managementboeken. “De nieuwe weg – In 7 stappen meer omzet”, “Geef nooit korting – met 31 prikkelende adviezen”, “De kleine Covey – met de 7 eigenschappen van een goed leider”, “Businessplan op 1 A4”, “De 5 valkuilen voor managers”. Kant en klare oplossingen, in boekvorm, voor de ondernemer op zoek naar snel succes.
Gezien het feit dat deze boeken in grote aantallen verkocht worden, mag je toch aannemen dat vele ondernemers op zoek zijn naar een wondermedicijn voor meer succes. Hoeveel vertwijfeling kun je hebben?
Ondanks de voorspelde economische groei, zit er dus onder de oppervlakte van ondernemend Nederland kennelijk toch een stevige onzekerheid. Zonder daarbij in te gaan op wie?, hoe? en wat?, is het duidelijk dat men zoekt naar oplossingen die helpen een betere ondernemer te worden. Helaas gaat het bij de zoektocht naar de kant en klare oplossing veelal fout.
Want daar waar al snel een oplossing gezocht wordt bij externe factoren is het beter om te kijken naar de oorzaak. Het is een beetje als de patiënt die na een drankoverdosis bij een dokter komt met het verzoek om hoofdpijnpillen. Zeker bij enige frequentie vraagt een goede dokter door en zal het advies geven om de levensstijl wellicht wat aan te passen.
Aangezien ondernemers net mensen zijn, zal de oorzaak vooral in externe omstandigheden gezocht worden. Oneerlijke concurrentie, ondankbare klanten, internet, om maar eens een paar van die omstandigheden te noemen. De mogelijke confrontatie met de eigen tekortkomingen is dan ook een onprettige gedachte. En waarom zou je niet geloven in het kant en klare succes zoals dat door vele businesstovenaars wordt aangeboden.
Laten we er niet omheen draaien. Succes kan alleen maar ontstaan als je als ondernemer bereidt bent om vooral kritisch te kijken naar jezelf en je organisatie. Heb je inderdaad alles gedaan wat nodig is om een verschil te maken voor je klant? Ben je nog steeds zo alert en attent voor die trouwe klanten dan toen ze net klant werden? Heeft je bedrijf een echte toegevoegde waarde, of ben je inwisselbaar? Loop je een stapje extra, of zeg je alleen maar dat je dat doet? Geloof je er als ondernemer nog steeds in, of ben je vooral hetzelfde aan het doen wat je altijd al deed? Als je te vaak met nee antwoordt, dan helpt geen enkel boek en geen enkel managementprogramma.
Maar ja, dát vertellen ze niet in die mooie managementboeken…
Onze maatschappij draait op volle toeren. Dagelijks worden we getrakteerd op nieuwe producten en oplossingen die beloven ons leven beter en mooier te maken. We prijzen ondernemers, vernieuwers en starters om hun revolutionaire ideeën en we verheerlijken hen alsof ze de nieuwe ‘sterren’ zijn.
Zowaar krijgen we het idee dat elke vorm van vooruitgang en vernieuwing maakbaar is. Of het nu gaat om een zelfrijdende auto, een slimme thermostaat die het energieniveau in huis regelt, een nieuwe gentherapie tegen een levensbedreigende ziekte, of een app die de ideale partner voor je kiest. Voor alles lijkt een oplossing te zijn.
Met het toenemende geloof in maakbaarheid zijn we ook gaan geloven dat succes letterlijk een keuze is. En dat succes dus ieders eigen verantwoordelijkheid is. Je kunt het al op je vingers natellen. Want als succes een keuze is, dan is falen dat natuurlijk ook. Het is niet waar natuurlijk! Maar erger nog is het dat dit geloof een aanslag pleegt op de samenhang in onze maatschappij. Lang leve de succesvollen, en een minachtende glimlach voor de ‘losers’.
De succesverheerlijking leidt tot een toenemend individualisme en egoïsme. Het zet een kettingreactie op gang van een toenemende competitie. Het resultaat is een kleine groep van ‘haves’ en een grotere groep van ‘have nots’ die nauwelijks over middelen beschikken om hun situatie te verbeteren. En volgens het succesdenken ben je zelf verantwoordelijk voor je falen.
Om de gevoelens van schaamte, schuld en vernedering te voorkomen, zal in eerste instantie getracht worden om te blijven voldoen aan het beeld dat de buitenwereld zou moeten zien. Met dank aan social media waar we de mooiste beelden van ons leven kunnen delen. Maar wat als je het gevoel hebt dat je gepresenteerde leven steeds meer is gebaseerd op een wenselijke illusie? Het verklaart wellicht het grote aantal burn-outs en gevoelens van depressiviteit.
Hoewel we met zorg mogen kijken naar al deze ontwikkelingen, dienen we ook in de spiegel te kijken. Want waar wordt de basis gelegd van dit sentiment? Is het niet zo dat ‘wij’ als ouders alles op alles zetten om onze kinderen op te leiden tot geslaagde succesnummers. Waarbij we heel hard roepen dat het ons daarbij maar om één ding gaat; het levensgeluk van onze kinderen. De vraag die je jezelf mag stellen is of dat ook echt zo is. Vanuit de allerbeste bedoelingen zijn ‘we’ heel druk om de vaardigheden van onze kinderen op de meest veelzijdige manier te stimuleren. Op school, in de sport en in muziek als het even kan. ‘We’ staan er dichtbij, we zitten er bovenop en met enthousiasme laten we ze wedijveren, 24/7. En elke prestatie wordt beloond. Een zwemdiploma? Een diploma op de blokfluit? Het kampioensfeest van een jeugdelftal? Feest en spotlights. Het bijeffect? Egoïstisch gedrag en een continu vergelijkend streven naar succes.
Ook op de werkvloer zijn de effecten van de ‘Succes is een keuze’ opvatting dagelijks merkbaar. Succes betekent immers optimaal presteren. Daar horen termen bij als efficiëncy, winstmaximalisatie en uitdagende doelen. Vertaald in processen en protocollen waarbij autonoom denken en creativiteit volledig opgeofferd wordt. Het effect op de langere termijn is dat vele mensen zich vervreemd zien van hun werk, met als gevolg een gebrek aan betekenis en ook hierdoor een toenemende kans op een burn-out.
Het is bijna ondoenlijk om tegen de stroom in te pleiten voor minder individualisme of individueel succes. Toch is het noodzakelijk als we de massale teleurstellingen, burn-outs en depressiviteitsklachten willen verminderen. Het eigenbelang mag best een tandje lager en het begrip ‘samen’ mag best aan betekenis winnen. Maar dat stelt eisen aan ons allen. Het betekent namelijk kunnen afzien van het eigen korte termijn genot als de groep – waarvan je deel uitmaakt – ervan profiteert. Dat vraagt om beheersing. En het vraagt misschien ook om gedrag waarbij je eerst eens aan de ander denkt. Iets dat we totaal hebben verleerd, zo lijkt het.
In ondernemerskringen wordt graag een vergelijking gemaakt met sport. Succesvol ondernemerschap en topsport hebben veel overeenkomsten, zo is de heersende mores bij zakenlieden. Het is dan ook niet voor niets dat vele (oud) topsporters graag gehoorde sprekers zijn op één van vele netwerkbijeenkomsten. De motiverende ervaringen over ‘doelen stellen’, ‘ambitie’, ‘doorzetten’, ‘bloed, zweet en tranen’ gaan erin als zoete koek. Ze lijken morgen toepasbaar in het eigen bedrijf. “Hadden mijn medewerkers daar maar wat meer van”, durft een enkele ondernemer misschien zelfs te denken. Toch gaat het bij dergelijke spreekbeurten nooit over de allerbelangrijkste eigenschap die zowel topsporters als topondernemers verbindt en onderscheidt. Namelijk hoe je om moet leren gaan met teleurstelling.
De kunst van het incasseren.
Het is inmiddels vele jaren geleden dat Frits Goldschmeding – de oprichter en eigenaar van Randstad – te gast was in een soort ‘Rondom 10’ achtig televisieprogramma. Een aantal succesvolle ondernemers was opgetrommeld om het geheim achter hun succes te verklaren. Goldschmeding, niet zo mediaschuw als vandaag de dag, benadrukte een andere karaktereigenschap dan zijn collega succesondernemers. Want terwijl de anderen het hadden over een scherp inzicht, handelingssnelheid, lef, talent en andere bewonderingswaardige eigenschappen, karakteriseert de echte ondernemer zich veeleer door het vermogen te incasseren. Als student had de nog jonge Frits regelmatig bokstrainingen gevolgd en geleerd dat het niet alleen maar ging om rake klappen uitdelen, maar misschien nog wel meer om klappen te kunnen opvangen. Om pijn te verdragen en om gemotiveerd te blijven, ook als je verliest.
Eenzelfde opvatting overigens als 5-voudig Olympisch beachvolleyballer Reinder Nummerdor onlangs verklapte in een interview. Op weg naar de top verlies je veel vaker dan dat je wint. Het vermogen om die herhaaldelijke teleurstelling te zien als motivatie om beter te willen, dat maakt het verschil tussen ware winnaars en verliezers, zo was zijn opvatting.
De beproeving van mentale kracht.
In de praktijk van alledag is het voor ondernemers niet anders. Want hoe vaak komt het niet voor dat die trouwe klant ondanks alle inzet bedankt voor de samenwerking. Of blijkt een investering niet dat rendement op te leveren zoals verwacht. Zijn kostenbesparingen niet toereikend om opnieuw een verlies af te wenden. Kiest je allerbeste commerciële medewerker voor een nieuwe uitdaging in zijn leven. Hoe sterk sta je dan in je schoenen? Hoe ga je als ondernemer om met zulke teleurstellingen. Kies je er dan voor om een tandje bij te schakelen of gooi je de handdoek in de ring. Het antwoord laat zich raden.
Samen kom je verder. Het is gemakkelijk gezegd misschien. Doorgaan wanneer je het niet meer ziet zitten. En op papier is het ook veel gemakkelijker dan in de werkelijkheid. Maar dat maakt het niet minder waar. Toegegeven, zelfs topsporters met een enorme mentale weerbaarheid doen het nooit alleen. Ze vertrouwen op een trainer en coach die hen in de moeilijke tijden een zetje geeft, aanmoedigt. Op weg naar het hoogst haalbare. En ook daarin kunnen vele ondernemers nog wel wat leren van sporters; kies voor een trainer, coach die je verder helpt wanneer het moeilijk wordt. Want samen kom je echt verder.
De opmerkelijke boodschap in de titel werd onlangs verspreid door NLgroeit. Een initiatief van het ministerie van Economische zaken, KvK en Samen maken we Nederland.
Het suggereert dat ondernemers met een groeiambitie maar beter gebruik kunnen maken van een mentor. Een terechte suggestie overigens. Onderzoek van verschillende financiële instellingen leert namelijk dat ondernemers met een mentor aanmerkelijk minder falen dan de ondernemer die het alleen denkt te kunnen of te weten.
Mij intrigeert de boodschap vooral omdat kennelijk nog steeds een groot deel van ondernemend Nederland niet vindt dat ze een mentor nodig hebben.
Ondernemen is vooral ook vooruitzien.
Als adviseur en accountant geven we graag aandacht aan de ambitie van onze klanten. Hoe we ondersteunend kunnen zijn om de groeiambities en doelstellingen van onze ondernemende klanten te realiseren. Hoe we samen keuzes maken die een positieve impact hebben voor de nabije toekomst?
Toch is die blik op de toekomst niet altijd vanzelfsprekend. Vanuit automatisme is er de neiging om de focus te leggen op het verleden. Op de ondernemersprestaties die afgelopen jaar of jaren zijn gerealiseerd. Niet helemaal onbelangrijk overigens. Want het verleden vertelt wat in de toekomst misschien anders of beter kan. Maar als de financiële prestaties uit het verleden alleen maar worden gebruikt om er een rapportcijfer aan te geven? Dan is dat een gemiste kans. De ondernemer in kwestie is er ook helemaal niet mee geholpen.
Hoe dan wel? Welnu, bij OOvB adviseurs en accountants hebben we met regelmaat overleg over de toekomstplannen en de ambitie van de ondernemer in kwestie. Niet meer dan normaal, vinden wij. Want vooral op het fiscale vakgebied dient gehandeld te worden met de blik vooruit. Persoonlijk, één op één bij voorkeur. Als een soort van mentor zeg maar. Want in de praktijk merken we dat juist het persoonlijke contact vaak tot de beste aanpassingen en verbeteringen leidt voor plannen in de toekomst. Misschien is dat dan toch de reden dat vele OOvB klanten een heel gezonde bedrijfsgroei doormaken.
Een bedrijfsovername of bedrijfsopvolging wordt vrijwel altijd gedomineerd door positieve motieven. Overnemers en kopers zijn gedreven door nieuwe kansen en de verkopers zien hun ‘levenswerk’, succes en inspanning vertaald in een mooie overnameprijs danwel bestendigd voor de eeuwigheid.
Vooral wanneer kinderen ‘de zaak’ voortzetten lijkt het mooist denkbare samen te komen. Ouders zien hun inzet beloond met de ultieme waardering van hun kinderen. Bovendien voelen ze zich als ouder geslaagd vanwege het feit dat ze hun kinderen een prachtige toekomst bieden in de vorm van hun succesvolle bedrijf. De situaties waarbij de kinderen door een bedrijfsovername het pensioen van de ouders veiligstellen, zullen we maar even achterwege laten.
Helaas is de werkelijkheid iets complexer en gaat een bedrijfsopvolging vaak gepaard met emotionele uitbarstingen. Jammer natuurlijk, en al helemaal als deze emoties leiden tot ernstige ruzies of tot een breuk in de familie.
Het gaat vrijwel nooit om geld! “Geld is lelijk.” Een bekende uitspraak. En wanneer familieruzies ontstaan in het overnametraject, is geld vaak de kwade genius. Tenminste, dat is de gedachte. Toch berust dat op een groot misverstand. Oplaaiende emoties hebben veeleer te maken met gevoelens die te maken hebben met dankbaarheid, vertrouwen, erkenning.
Volgens predikant Joost Röselaers is er een wetmatigheid waarneembaar in ons sociale mediagebruik: hoe meer we posten, hoe ongelukkiger we zijn. Wat niet wil zeggen dat hij de stekker eruit wil trekken, integendeel, maar oog voor elkaar is in het echte leven wel een stuk waardevoller dan in het virtuele domein.
Een foto plaatsen op sociale media zorgt voor instant-bevestiging. Ja, ik word gezien!
Illustraties: Cyprian Koscielniak voor het FD.
Een tijdje geleden belde een vriendin mij op. Zij was terug in Den Haag, na een verblijf van vier jaar in Argentinië. Haar man was daarnaar uitgezonden en zij was er betrokken bij een aantal onderwijsprojecten. Ze had een rijk sociaal leven. Op Facebook verschenen haast dagelijks vrolijke foto’s van haar, soms samen met haar echtgenoot, op feestjes, omringd door modieuze Argentijnen. Het succes en het geluk spatten van de foto’s af.